Meer informatie
Bel of mail ons
0318 743 456
Online overzicht
Log in op uw
klantenportaal
Slepende melkziekte
Slepende melkziekte is een aandoening die veel voorkomt bij melkvee. Het is een aandoening waarbij er een tekort is aan glucose en teveel ketonlichamen aanwezig zijn . Daarom wordt het ook wel ketose genoemd. Hoe dat komt en wat je er aan kan doen zal hieronder worden uitgewerkt.
Rond het afkalven raakt een koe in een negatieve energiebalans. Dit komt vanwege het feit dat de koe minder kan eten vanwege het kalf in zijn baarmoeder en na het afkalven komt de melkproductie op gang waarbij grote hoeveelheden energie het lichaam verlaten in de vorm van melk. Om te voldoen aan deze hoge behoeft van energie moet de koe zijn lichaamsvet aanspreken. Alleen uit het voer lukt namelijk niet. Door het lichaamsvet te mobiliseren komt er energie vrij. De koe zal wat afvallen maar dit komt er later weer bij. Dit is een normaal proces.
In de onderstaande figuur is dit schematisch weergegeven.
Het gaat echter fout als de negatieve energiebalans zo groot is dat er zeer veel lichaamsvet gemobiliseerd moet worden. De lever kan deze enorme toestroom niet verwerken en gaat ketonlichamen produceren en vervetten. Dit proces in de onderstaande figuur ook schematisch weergegeven.
Er bestaan 2 vormen van slepende melkziekte. De klinische (zichtbare) vorm en de subklinische (verborgen) vorm.
De eerste vorm, de klinische, komt niet vaak voor en geeft duidelijke symptomen. De koeien dalen in productie en zijn vaak traag. Soms zijn we ook neurologische verschijnselen. Deze dieren bijten in alles en vertonen zeer opvallen gedrag.
De subklinische vorm komt veel vaker voor en geeft veel minder duidelijke symptomen of zelfs helemaal geen symptomen. Het is dan alleen in het bloed of de melk te meten.
Uit verschillende onderzoeken in binnen en buitenland blijkt dat de prevalentie (het voorkomen) van deze vorm gemiddeld rond de 30% ligt. Het heeft echter wel nadelige gevolgen voor de koe en daarmee op haar presteren. Dieren met te veel ketonlichamen hebben meer moeite om weer drachtig te worden en zijn gevoeliger voor andere aandoeningen zoals uierontsteking, baarmoederontsteking en lebmaagverplaatsing.
Kortom een aandoening die we zeker niet mogen onderschatten en uw aandacht verdient!
Vraag ons naar de mogelijkheden om het voorkomen van subklinische ketose op uw bedrijf in kaart te brengen!