Meer informatie
Bel of mail ons
0318 743 456
Online overzicht
Log in op uw
klantenportaal
UDD-maatregel
Volgens de nieuwe regels voor het gebruik van antibiotica mag de dierenarts alleen antibiotica voorschrijven als hij op het bedrijf een klinische inspectie heeft gedaan en daarbij een diagnose heeft gesteld. De dierenarts dient dan vervolgens ook zelf de hele kuur toe. Onder normale omstandigheden mogen geen antibiotica op uw bedrijf aanwezig zijn.
Onder voorwaarden mag u zelf de kuur toedienen die de dierenarts heeft voorgeschreven. In sommige gevallen mag ook antibiotica op uw bedrijf aanwezig zijn om zelf een kuur te starten.
Voor wie
De UDD-regeling geldt voor veehouders met meer dan vijf varkens, vijf melkkoeien, vijf vleeskalveren of meer dan 250 vleeskuikens. De regels gelden per diersoort.
Houdt u kleinere aantallen dieren of heeft u op uw bedrijf andere diersoorten zoals vleesvee, legkippen of schapen? Dan gelden deze nieuwe regels niet voor u. In dit geval stelt uw dierenarts een diagnose en schrijft dan eventueel antibiotica voor, die u vervolgens aan de hand van het behandeladvies toedient.
Uitzondering: zelf toedienen en voorhanden hebben
U mag onder voorwaarden in sommige gevallen zelf antibiotica toedienen en beperkt voorhanden hebben. Hier leest u wat is toegestaan als u aan de voorwaarden voldoet. Welke voorwaarden gelden, leest u op deze pagina onder het kopje Voorwaarden voor de uitzondering.
Antibiotica zelf toedienen
U mag de door uw dierenarts voorgeschreven antibiotica zelf toedienen aan uw dieren. U doet dat op de manier zoals beschreven staat in het bedrijfsspecifiek overzicht en volgens het behandeladvies van uw dierenarts. Het bedrijfsspecifiek overzicht is onderdeel van het bedrijfsdossier.
Antibiotica voorhanden hebben
Er zijn eerstekeus-antibiotica en tweedekeus-antibiotica.
U mag eerstekeus-antibiotica voorhanden hebben voor maximaal 15% van de dieren die aanwezig zijn op uw bedrijf en die mogelijk vatbaar zijn. Dit middel moet wel door de dierenarts zijn voorgeschreven. U mag dan zelf een kuur starten en bepalen welke individuele dieren u met het middel behandelt. De aandoening of ziekte waartegen behandeld wordt, is opgenomen in het bedrijfsspecifieke overzicht. Deze uitzondering geldt ook voor tweedekeus-antibiotica voor behandeling van mastitis bij melkvee. Omdat bij vleeskuikens geen individuele dieren worden behandeld, geldt deze uitzondering niet voor vleeskuikens.
Vanaf 1 maart 2016 mag uw dierenarts voor deze aandoeningen alleen nog tweedekeus-antibiotica voorschrijven na klinische inspectie. Daarnaast mag hij niet meer antibiotica op het bedrijf achterlaten dan noodzakelijk is voor het toedienen van de kuur.
Voorwaarden voor de uitzondering
U mag onder voorwaarden zelf antibiotica toedienen en beperkt voorhanden hebben. Dit zijn de voorwaarden:
- U stelt samen met uw dierenarts per diersoort een schriftelijke overeenkomst op.
- De dierenarts bezoekt regelmatig het bedrijf.
- De dierenarts evalueert jaarlijks met u het bedrijfsdossier en de gezondheidssituatie op uw bedrijf.
De schriftelijke overeenkomst
U stelt samen met uw dierenarts per diersoort een schriftelijke overeenkomst op. In de overeenkomst staan per diersoort afspraken over:
- de zorg die uw dierenarts verleent
- het opstellen van een bedrijfsdossier
- hoe vaak uw dierenarts uw bedrijf bezoekt
Heeft u al een schriftelijke overeenkomst via een ketenkwaliteitssysteem? Bent u deelnemer van een ketenkwaliteitssysteem of is uw dierenarts lid van de Stichting Geborgde Dierenarts? Dan heeft u al een schriftelijke overeenkomst. Deze organisaties maken het mogelijk dat de bestaande overeenkomsten worden gemeld bij de NVWA.
De inhoud van de schriftelijke overeenkomsten per ketenkwaltiteitssysteem kan verschillen. Het is mogelijk om ontbrekende gegevens aan te vullen.
Bedrijfsdossier opstellen
Het bedrijfsdossier bestaat uit de volgende onderdelen:
- Analyse van bedrijfsgezondheid Dit noemen we ook wel het bedrijfsgezondheidsplan. Hierin beschrijft u ieder jaar de gezondheidssituatie van de dieren en het medicijngebruik op het bedrijf.
- Overzicht van maatregelen voor een betere diergezondheid In dit overzicht zet u wat u in het komende jaar gaat doen om de diergezondheid op het bedrijf te verbeteren. U vermeldt ook met welk aandeel u het gebruik van antibiotica vermindert en binnen welke termijn (de reductiedoelstelling).
- Bedrijfsspecifiek overzicht In het bedrijfsspecifieke overzicht staan alle ziektes en aandoeningen die regelmatig (kunnen) voorkomen op het bedrijf. Er staat ook in hoe en met welke geneesmiddelen de ziektes en aandoeningen behandeld moeten worden. Als de jaarlijkse evaluatie met uw dierenarts er aanleiding toe geeft, past u het overzicht aan. Heeft u meer dan vijf varkens, vijf vleeskalveren of vijf melkveerunderen maar minder dan 25 varkens, 25 vleeskalveren of 25 melkveerunderen? En komen er geen producten van deze dieren in de handel en worden ze niet voor menselijke consumptie gebruikt? Dan hoeft u geen bedrijfsspecifiek overzicht op te nemen in het bedrijfsdossier.
- Bijzondere situaties In dit onderdeel van het bedrijfsdossier geeft u aan wat er in bijzondere situaties moet gebeuren. Welke dierenartsenpraktijk vervangt uw dierenarts bij ziekte of vakantie, en welke dierenartsenpraktijk mag worden ingeschakeld bij spoed. En wat te doen bij beëindiging van de overeenkomst.
U bewaart het bedrijfsdossier vijf jaar op het bedrijf.
Bedrijfsbezoek
De dierenarts bezoekt regelmatig het bedrijf. Hij kijkt dan naar de gezondheid van de dieren en naar de hoeveelheid en soort antibiotica die u heeft gebruikt. Die dierenarts zet deze gegevens in een verslag. Gegevens hierover komen in een verslag.
Hoe vaak een dierenarts uw bedrijf moet bezoeken, verschilt per diersoort:
- Bij vleeskalveren is dat ten minste eens in de drie maanden.
- Bij varkens eens in de maand.
- Bij vleeskuikens eenmaal per ronde.
- Bij melkvee (inclusief jongvee) geldt eens in de drie maanden, behalve als er tussentijds een beoordeling van de bedrijfsgezondheid wordt gedaan vanuit bijvoorbeeld een ketenkwaliteitssysteem. Dan geldt eens in het half jaar.
Jaarlijkse evaluatie
Naast de regelmatige bezoeken evalueert de dierenarts jaarlijks met u het bedrijfsdossier en de gezondheidssituatie op uw bedrijf. Daarbij kijkt de dierenarts naar uw vorderingen om het gebruik van antibiotica te verminderen. Als het nodig is, kan het bedrijfsdossier worden aangepast.